Mijn training Geweldloos communiceren werd deze week een oefening in de praktijk. Ik had een stevige aanvaring met mijn docent. Het thema van de avond, triggers, kwam even heel dichtbij.
Tijdens een oefening begeleidde ik medestudent M. Halverwege kwam de docent er bij staan en nam de begeleiding over. Ik voelde me gekwetst, verbaasd, opzij geschoven. En even later boos, verontwaardigd. Had ik het niet goed gedaan? Wat had ik dan verkeerd gedaan? Ik deed toch mijn best? En zo was ik met één handeling getriggerd naar een oud gevoel; ik moet alles zelf kunnen en meteen goed doen.
Zo heeft iedereen z’n triggers. Die totale allergie-opmerking waarvan je direct in woede ontsteekt. Degene die de opmerking maakt is dan meestal de boeman. “Hoe kan iemand nou zo’n opmerking maken en zo stom doen? Zij snapt me niet. Hij denkt alleen maar aan zichzelf…” Et voila, de perfecte bliksemafleider voor jouw emotie. Zo hoef je niet te voelen wat er onder de woede zit. Of je af te vragen waarin de opmerking je pijn doet.
Wat maakt dat de opmerking jou zo raakt? Ja jou! Want de pijn zit niet in de opmerking. Een andere ontvanger zal z’n schouders er over ophalen. Die heeft weer andere triggers. De pijn zit in een overtuiging of angst die je over jezelf hebt. Misschien bewust, misschien onbewust.
Het is lastig om in de laag er onder te duiken. Op te zoeken welke pijn geactiveerd wordt. Jezelf daarin ook troost en geruststelling te kunnen bieden zodat je veilig verantwoordelijkheid kunt nemen voor je gevoel. Toch is het zo waardevol om dat tegemoet te treden. Daarmee biedt je jezelf namelijk ook de mogelijkheid om voor het gekwetste deel van jou te zorgen. En om in contact te blijven met de ander, die geen enkele intentie heeft om jou op de tenen te trappen (echt niet!).
Mijn docent en ik zijn er na de les even voor gaan zitten. Ik vertelde wat het met mij deed. Wat vond ik er vervelend aan? Zo kon ik aangeven dat het op mij als wantrouwen overkwam. Dat ik door het overnemen niet de mogelijkheid kreeg om te leren, aanpassingen te maken. Dat ik het idee had dat er maar één goede manier was. Ik bleef bij mezelf zodat zij kon luisteren zonder aangevallen te worden. Zonder oordeel. Gaandeweg kreeg ik vat op mijn emotie. Daarmee kon ik voor mezelf zorgen, dat deel van mij dat altijd maar alles in een keer goed moet doen. Zonder haar nog iets kwalijk te nemen.
Zij kon op haar beurt aangeven dat zij zorg wilde dragen voor medestudent M, die bij een vorige oefening niet aan de beurt was gekomen. Dat het geen wantrouwen was, maar dat een opmerking die ik maakte tijdens de begeleiding wel aanleiding vormde en waarom. Dat er meerdere manieren zijn die allemaal ok zijn. Dat zij ook was geschrokken. Ik begreep haar.
Door allebei in contact te blijven met onszelf konden we contact met elkaar maken. De verbinding herstellen. Precies waar Geweldloos communiceren over gaat. Goede praktijkles dus.